Totaal aantal pageviews

zaterdag 4 oktober 2025

De Stilte Loopt Met Je Mee

 





Je loopt.
Maar het is niet je lichaam dat beweegt,
het is je hart dat klopt door je herinneringen.

De avond brengt geen duisternis,
maar een mantel van gemis.
Elke voetstap echoot een naam die ooit fluisterde:
“Ik ben hier.”

Je draagt geen rugzak,
maar een last van liefde die geen plek meer heeft.
Je ogen zien het licht,
maar zoeken gezichten die verdwenen zijn.

En toch, je loopt.

Niet om te vergeten,
maar om te herinneren met elke vezel van je wezen.
tranen vallen niet, ze branden zich een weg naar binnen.

En als je aankomt, is er geen finishlijn. Alleen een fluistering in de wind: “Dank je. Voor het lopen. Voor het liefhebben. Voor het blijven.”

Niet om te genezen, maar om te zeggen:
“Ik ben nog steeds verbonden.”

De stad is stil, maar jij bent vol met gevoelens.
Je tranen vallen niet, ze branden zich een weg naar binnen.

En als je aankomt is er geen finishlijn. Alleen een fluistering
in de wind: “Dank je, voor het lopen. Voor het liefhebben.
Voor het blijven.

© JB 4 oktober 2025


woensdag 24 september 2025

De Stadsdichter



Hij wandelt niet, hij zweeft als een gedachte die nog niet geboren is.
De stenen spreken tot hem, de geur van de stad is zijn gebed.
Zijn pen is geen pen, maar een sleutel tot vergeten kamers waar herinneringen slapen in het stof van oude dromen.
Hij hoort de stad fluisteren in de adem van de wind, in het zuchten van bruggen en het geruis van zielen die zich vermommen als voorbijgangers.

Wanneer hij spreekt, spreekt hij niet tot oren maar tot harten. Zijn woorden zijn licht, dat zich vermomt als schaduw om niet te verblinden.
Zijn stem is geen echo van stilte, maar een roos die bloeit in beton, naamloos, maar vol herkenning.
Hij noemt je niet, maar herinnert je aan wie je bent.

O stadsdichter, vriend van het gewone, minnaar van het moment, boodschapper van wat nooit werd gezegd maar altijd werd gevoeld.

 

© 24 september 2025



woensdag 17 september 2025

In dit moment

 



In dit moment,
waar niets een verleden draagt
en toekomst zwijgt als een slapend kind,
In dit moment
ontbloot zich het gezicht van eeuwigheid.

Tijd wordt niet geteld en geen naam houdt stand
alleen de beleving danst op het ritme van het hart
dat durft te luisteren.

Het licht kust de ziel zonder te vragen wie zij is,
en de wind zegt zacht:
“Jij bent het, jij bent altijd geweest.”

Laat los, je gedachten van waarom en wanneer.
Want in dit moment is de liefde geen vraag,
maar een antwoord.

©17 september 2025

 


dinsdag 16 september 2025

Thuiskomen

 



Het ochtendgloren wekt mij met zachtere handen,
de tijd tikt niet meer, maar zweeft.
Wat ooit ver weg leek,
zit nu als een vogel op mijn schouder.

De spiegel liegt niet meer,
maar zingt van reizen die ik nog niet begreep.
Rimpels zijn rivieren,
die terugstromen naar de bron.

Ik voel de adem van het onzichtbare,
niet als beklemming, maar als uitnodiging.
De sluier om me heen wordt doorzichtiger
alsof een poort opent zich zonder sleutel.

Wat ik verloor, keert terug in andere vormen.
Wat ik liefhad, blijft in stilte bij me.
En elke stap die ik zet, is geen afscheid,
maar een thuiskomen.

© 16 september 2025

donderdag 11 september 2025

Het oude huis (Burgwal Kampen)

 


In het huis waar de muren spreken
draag ik de schaduw van mijn verleden.
Gesmoorde stemmen zonder verhaal
zweven als stof in het ochtendlicht.

Angst woont hier, niet als vijand,
maar als herinnering.
Een droombeeld, scherp en zacht,
een echo van een onbekend verleden

Maar ook een stem van oorsprong
spreekt tussen de bakstenen,
vervreemdend,
maar toch een deel van mij.

Dit huis verbindt angst met trots,
zoals wortels zich vastzetten in steen.
Het vertelt zonder woorden,
en ik luister met mijn ziel.

Want dit huis, oud en stil, is geen plek
maar een spiegel.
Een stukje van mijzelf
dat ik niet meer ontwijk,
maar omarm.

© 11 september 2025


woensdag 10 september 2025

Mijn kind (Mijn ster)

 


Toen jij kwam,
verschoof de hemel een wolk
en zong de wind: “Zie, daar is liefde.”

Je was geen kind,
Maar een ster die in mijn armen viel
een licht zonder naam
een gedicht dat zich nog moest herinneren
hoe het klonk

 
Ik gaf je woorden,
zoals de men water geeft aan een roos
die al weet hoe ze moet bloeien.
En jij, jij danste op je eigen ritme,
liet mijn taal verdampen in jouw vuur,
en ik keek toe om te leren.

Nu ben je ver, maar niet buiten mij.
Je bent de echo in mijn stilte,
de druppel in mijn wijn,
de adem tussen mijn gebeden.

En als ik verdwijn,
zal jouw licht nog steeds
mijn duisternis verlichten.

© september 2025



© september 2025