toen ik een vlinder was
kon ik doelloos fladderen
vormde de lucht mijn glijbaan
en kende ik geen tijd
toen ik een vogel was
verhief ik mij tot grote hoogte
overzag ik mijn vrijheid
die strekte tot de horizon
maar ooit verloor ik mezelf
in het ondoordringbare zwart
van mijn pijn
sloot ik mijn ogen
vergat mijn droom
en verschool mezelf
in tienduizend vragen
zoals een mossel
in zijn gesloten schelp
op de zeebodem
zich afvraagt waar de zee is
en nog steeds verlangend
naar het licht
slijt ik mijn dagen
in duisternis
© Juul Baas 10 januari 2022
Geen opmerkingen:
Een reactie posten