Toen
jij kwam,
verschoof de hemel een wolk
en zong de wind: “Zie, daar is liefde.”
Je
was geen kind,
Maar een ster die in mijn armen viel
een licht zonder naam
een gedicht dat zich nog moest herinneren
hoe het klonk
Ik gaf je woorden,
zoals de men water geeft aan een roos
die al weet hoe ze moet bloeien.
En jij, jij danste op je eigen ritme,
liet mijn taal verdampen in jouw vuur,
Ik gaf je woorden,
zoals de men water geeft aan een roos
die al weet hoe ze moet bloeien.
En jij, jij danste op je eigen ritme,
liet mijn taal verdampen in jouw vuur,
en ik keek toe om te leren.
Nu
ben je ver, maar niet buiten mij.
Je bent de echo in mijn stilte,
de druppel in mijn wijn,
de adem tussen mijn gebeden.
En
als ik verdwijn,
zal jouw licht nog steeds
mijn duisternis verlichten.
© september 2025
© september 2025